Harmen Sterk maakt als gedragsdeskundige deel uit van het Team Specialistische Ondersteuning (TSO). Dit betekent dat hij regelmatig teams ondersteunt die te maken hebben met cliënten met een complexe zorgvraag. “We spreken met nadruk over ondersteunen. We interveniëren niet. Het doel is uiteindelijk om het team en de cliënt weer perspectief te bieden om samen verder te kunnen. Daarbij willen we voorkomen dat de cliënt verplaatst moet worden.”
Om een beeld te krijgen waarvoor we praten, schetst Harmen de situatie. “Een cliënt vertoont moeilijk hanteerbaar gedrag en zorgt voor overlast, bijvoorbeeld door woedeaanvallen, bedreigingen of verbaal geweld. Het team krijgt het niet meer voor elkaar om dit positief om te draaien. Teamleden zijn soms angstig of vallen uit doordat ze de situatie niet kunnen hanteren. Medebewoners kunnen bang of onrustig worden. Over de ondersteuning en behandeling van de cliënt gaan normaal gesproken het team, de zorgregisseur en de gedragsdeskundige. Zij bespreken regelmatig samen de juiste aanpak. Het TSO kan in beeld komen wanneer door ernstig probleemgedrag en/of beschadigde onderlinge relaties er geen mogelijkheden meer worden gezien tot herstel. Of bijvoorbeeld als betrokkenen een frisse blik of klankbord wensen op een complexe situatie.”
In gesprek
Harmen vertelt dat het teams in samenwerking met het TSO in een groot aantal gevallen lukt om situaties weer vlot te trekken. “Wat nodig is, is de juiste inhoudelijke kennis en expertise en een team dat daaraan vorm kan geven in de uitvoering. Om die reden gaan we altijd eerst in gesprek met alle betrokken medewerkers en soms ook de vertegenwoordiger van de cliënt. Centraal staat de vraag: wat is er hier nodig? Wat is er gedaan? Hoe is de organisatie om de cliënt heen? Even gechargeerd: het kan zijn dat er zoveel personeelswisselingen in een team zijn, dat eerder de organisatie in en rond het team ‘complex’ is dan de cliënt zelf. We proberen dit allemaal in kaart te brengen. Soms heeft het team na deze gesprekken het idee dat er weer genoeg aanknoping en energie is om zelf de draad met de cliënt op te pakken. Is dat er niet? Dan voegen we soms begeleiders van het TSO toe aan het reguliere team.”
Meewerken op de werkvloer
Juist deze hands-on aanpak werkt goed. De specialistische begeleiders draaien mee op de werkvloer en laten, gewoon door hun werk te doen, zien hoe de weg naar herstel samen kan worden vormgegeven. Samen werkend en zoekend, neemt ongemerkt de kennis en expertise van het team toe. “Teamleden gaan zien wat wel en niet werkt en nemen dit over”, vertelt Harmen . “Uiteindelijk lukt het in samenwerking met het TSO om in circa 70% van de gevallen een significante verbetering te bewerkstelligen binnen 3 tot 18 maanden binnen het team en voor de cliënt.” Harmen benadrukt dat het alternatief, crisisopvang bij een GGZ-instelling, geen reële optie is. “Vaak is er geen plaats en is die er wel dan soms maar 3 dagen of, heel optimistisch, maximaal twee maal 3 weken. Dat is veel te kort om te ‘herstellen’, zowel voor de cliënt zelf als het team. In feite ben je na die periode verder van huis. De cliënt heeft een negatief signaal gekregen waarbij het onderlinge vertrouwen verder is beschadigd. Om die reden zetten wij alles op alles om cliënten te helpen op de plek waar ze wonen. Volgens de Triple C visie: we gaan een onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie aan, we zorgen voor een zinvolle invulling van de dag en we kijken anders naar probleemgedrag (en focussen op de mogelijkheden).”
Provinciale aanpak
De keren dat het niet lukt om de cliënt binnen zijn eigen team en locatie naar herstel van het gewone leven te leiden, ervaart Harmen als een nederlaag. “Dit komt gelukkig hooguit een paar keer per jaar voor. Het is triest, vanwege de energie en moeite die erin is gestopt, maar vooral ook omdat je iemand zo ongelukkig ziet.”
Omdat opvang van cliënten met een complexe zorgvraag ingewikkeld is en het aantal beschikbare plaatsen zeer beperkt, zoeken Zeeuwse gehandicaptenorganisaties samenwerking binnen Zeeland Onbeperkt.
“Met een provinciaal specialistisch ondersteuningsteam willen we cliënten zo min mogelijk verplaatsen en werken aan meer kennis en expertise bij de verschillende teams, zodat we meer en meer in staat zullen zijn om crises te voorkomen. Dat betekent letterlijk een win-win situatie: de cliënt wordt beter geholpen en het team wint aan kennis.”