Jarenlang dacht Paul Reindersma dat hij op zijn plek zat in de horeca, tot hij de zorg ontdekte. Inmiddels heeft hij zijn BBL-opleiding Maatschappelijke Zorg niveau 3 bijna afgerond en geniet hij volop van zijn werk als begeleider op locatie De Nieuwe Haven in Vlissingen.
Dertig jaar werkte Paul in de horeca totdat het hem, door omstandigheden, niet meer lukt om in die sector aan de slag te blijven. Hij besluit iets met zijn passie voor koken te gaan doen en wordt vrijwilliger bij een groep mensen met een laagverstandelijke beperking.
“Direct de eerste dag al vond ik dat werk geweldig! De waardering die ik kreeg, had ik in al die jaren in de horeca nooit gevoeld. De leidinggevende zag dit ook en vroeg of ik het zag zitten om een opleiding te doen. Dat deed ik zéker! Zo begon ik aan mijn BBL-opleiding.”
Aan de slag bij Gors
Paul gaat tijdens ieder opleidingsjaar bij een andere zorgorganisatie aan de slag. Als hij in het tweede jaar op een woning gaat werken met mensen een laagverstandelijke beperking, komt er onverwachts een kink in de kabel. “Bij deze zorgorganisatie deed de begeleiding erg weinig om de mensen te activeren. Dat vond ik moeilijk en eerlijk gezegd was ik het daar ook niet mee eens. Mijn begeleider vond het beter dat onze wegen zouden scheiden. Dat was net voor de eerste coronagolf, geen gelukkige timing dus. Achteraf gezien wel! Ik las de vacature van Gors voor De Nieuwe Haven, ik solliciteerde en binnen een week was alles geregeld.”
Van begeleiden naar zorg verlenen
Op locatie De Nieuwe Haven krijgt Paul te maken met een voor hem nieuwe doelgroep. Hier wonen twaalf mensen, veelal met niet-aangeboren hersenletsel. Sommige bewoners hebben ook ademhalingsondersteuning. “Ik heb in mijn eerste week meer geleerd dan in de twee jaar ervoor.
Natuurlijk was het even schakelen: van mensen hoofdzakelijk begeleiden ging ik nu ook écht zorg verlenen. We ondersteunen de bewoners bij de Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen en verzorgen de lunch en het diner. De bewoners eten dan samen.” Paul is blij dat zijn eigen gehoorproblemen geen belemmering vormden om te kunnen starten. “Bij de mensen met ademhalingsondersteuning is het belangrijk voor de begeleiders om goed te kunnen horen of de ademhaling of de beademingsmachine hapert. We hebben daarover goede afspraken gemaakt. Zo blijf ik bijvoorbeeld altijd oogcontact maken en hebben we een alarm zodra het beademingsapparaat uitvalt.” Over de begeleiding die Paul zelf krijgt, is hij erg te spreken. “Ik krijg zoveel feedback. Complimenten, maar ook tips om het beter te doen. Ik ben net een spons, ik neem alles op.”
Enthousiast team
Wat Paul erg leuk vindt, is de saamhorigheid binnen het team en het enthousiasme waarmee iedereen zijn werk doet. “Het hele team zet zich in voor de bewoners. Even een eindje wandelen, een spelletje doen of samen de stad in; iedereen staat daarvoor open. Met mijn achtergrond als kok spreek ik weleens met een bewoner af om samen te koken. Erg leuk natuurlijk.” Zelf vindt Paul vooral de ochtenddiensten fijn om te doen. “Het is dan lekker druk. Je helpt mensen de dag te starten en je regelt de lunch. Maar natuurlijk doen we allemaal alle diensten. Wel houden we bij de roosters zoveel mogelijk rekening met ieders wensen.” Paul vertelt dat hij naar zijn idee ook veel terugkrijgt. “De waardering die je krijgt, is enorm. Soms is een blik al genoeg om je dag goed te maken.”
Tevreden
Nu Paul zijn diploma bijna op zak heeft, heeft hij besloten het hier voorlopig bij te laten. “Ik was nooit zo’n student en ben tevreden met wat ik nu heb. Ik geniet van mijn werk. Het gaat allemaal erg gemoedelijk, terwijl je als begeleider uiteindelijk toch een belangrijke rol speelt in de levens van de bewoners.”