Kindcentrum De Marel en Kindzorg Gors voegen zorg en onderwijs samen
Sommige kinderen hebben baat bij zorg én onderwijs; op dezelfde plaats en op hetzelfde moment. Met die gedachte in het achterhoofd werken Kindcentrum De Marel en Kindzorg Gors samen aan een uniek zorgonderwijsarrangement in Zeeland. Uniek omdat zij hiermee kinderen met een schoolinschrijving en kinderen met een onderwijsvrijstelling in één groep samen bedienen. Daarmee bieden zij jonge kinderen met een ontwikkelachterstand de mogelijkheid om zich op hun eigen manier en in hun eigen tempo te ontwikkelen. Madeleine Weij, directeur van samenwerkingsverband Kind op 1, is enthousiast. “Met respectievelijk Robert van Oosten en Jan de Rooij hebben deze organisaties het lef getoond om de belangen van kinderen voorop te stellen.”
Voor een beter begrip van de stappen, zo niet sprongen, die Gors en De Marel samen zetten, schetst Jan, zorgmanager bij Gors, de situatie, zoals die was. “Zorg en onderwijs zijn normaal gezien strikt gescheiden werelden, die ook op andere manieren betaald worden. Wij hebben kinderen met een ontwikkelingsachterstand in zorg en sommigen van hen maken op enig moment (vaak op 5- tot 7-jarige leeftijd) de overstap naar onderwijs op het kindcentrum. Die overstap gaat niet altijd goed. Om die reden hebben we samenwerking gezocht.” Robert, directeur bij Kindcentrum De Marel in Goes (onderdeel van stichting Ozeo), vertelt dat die samenwerking aanvankelijk bestond uit het bieden van ruimte aan een kindzorggroep van Gors. “Het idee was dat deze kinderen dan al een beetje konden wennen aan onze school. Inmiddels zijn we met het zorgonderwijsarrangement een flinke stap verder, omdat we daarmee samen zorg én onderwijs aanbieden binnen één groep.” Lilli Schenk, orthopedagoog en regiebehandelaar bij Kindzorg Gors, benadrukt het belang daarvan. “Deze kinderen vallen vaak tussen wal en schip. Met alleen zorg krijgen ze te weinig ontwikkelmogelijkheden, maar met alleen onderwijs komen ze zorg tekort. Met dit zorgonderwijsarrangement voorkomen we dit.”
Intensief traject naar het zorgonderwijsarrangement
De kans om deze unieke combinatie van zorg en onderwijs te realiseren, kwam toen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de ‘Experimentenregeling’ in het leven riep. Het idee daarachter is dat leerlingen met en zonder extra ondersteuningsbehoefte zoveel mogelijk samen naar school gaan. Dit past in een bredere ontwikkeling om tot inclusiever onderwijs en meer maatwerk voor leerlingen te komen. “We kregen begin dit jaar het goede bericht dat we aanspraak mogen maken op deze regeling. Zodoende konden we met ingang van het nieuwe schooljaar 2024-2025 op deze manier gaan werken”, vertelt Robert. Natuurlijk ging dat niet van een leien dakje. Het vergde tijd om de betrokken partijen alle plannen uit te leggen en ook de bekostiging daarvan verdiende aandacht. Verder moesten intern de leerkrachten en begeleiders de meerwaarde van deze samenwerking inzien. “Zowel zorg als onderwijs proberen kinderen in hun eigen tempo te laten ontwikkelen. Het is dus bijna niet voor te stellen dat dit idee vernieuwend is. Toch hebben we al 1.000 hobbels genomen”, vat Jan dit intensieve traject samen.
Voorkomen van uitval en op de bank zitten
Inmiddels is een groep van zes kinderen gestart. Robert legt uit dat veel van deze kinderen al in beeld waren bij Gors, De Marel en/of Kind op 1. “Een aantal van deze kinderen bezocht ons kindcentrum al. Zij krijgen er nu zorg bij. Voor kinderen van Kindzorg Gors is dit zorgonderwijsarrangement een mooie mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen. Ook voor hun ouders is dat belangrijk.” Dat beaamt Lilli. Zij vertelt dat alle ouders een zo normaal mogelijke ontwikkeling voor hun kinderen wensen. “Deze ouders ervaren vaak al een levend verlies. Zij zijn blij met ieder stapje dat hun kind maakt, zoals deze mogelijkheid om naar school te gaan.” Jan wijst er in dit verband op dat het initiatief inhaakt op het beleid waarmee overheden willen voorkomen dat kinderen al op jonge leeftijd ‘thuis op de bank’ belanden. “Deze kinderen vormden wat dat betreft een risicogroep. De kans was aanzienlijk dat zij zonder dit aanbod vroegtijdig zouden uitvallen, met alle gevolgen van dien voor hun latere leven.”
Maatwerk voor elk kind
Wie gaat kijken bij de nieuwe groep, moet vooralsnog niet verwachten dat er een strak omlijnd zorg- en onderwijsprogramma is opgetuigd. “Het is pionieren, onderzoeken en zoeken naar de meest perfecte balans. Daarbij is het natuurlijk maatwerk en verschilt de mix van zorg en onderwijs per kind. Hoe dat werkt, gaan we samen ontdekken”, aldus Lilli. Madeleine legt uit dat de klassen er niet anders uitzien dan normaal. “Natuurlijk, de groepen zijn kleiner en deze kinderen zijn meestal niet in staat om een vast dagprogramma te volgen. Om die reden staan de ogen en oren van leerkrachten en begeleiders voortdurend open om te zien of een kind nog mee is. Het is deze basisaanpak, waar we in het onderwijs niet voldoende aan toe komen, maar die nodig is om tot ontwikkeling te kunnen komen.”
Lof voor deze unieke samenwerking
Madeleine benadrukt graag nog hoe uitzonderlijk deze samenwerking is en roemt beide organisaties om hun vasthoudendheid en lef. “Het is uniek dat zij hier de gezamenlijke verantwoordelijkheid pakken voor alle kinderen in de groep. Ook die kinderen, die niet bij hen ‘ingeschreven’ staan. Allemaal met als uitgangspunt: wat is het beste voor het kind. Zij gaan samenwerken op basis van gelijkwaardigheid. Is dat makkelijk? Zeker niet. Ineens moet een leerkracht een begeleider in de klas erbij dulden, en andersom.” Robert is ervan overtuigd dat deze samenwerking noodzakelijk is om elk kind een kans op ontwikkeling te kunnen bieden. “We kijken over onze eigen grenzen heen en zetten samen de belangen van deze kinderen voorop.”