“Ik dacht na mijn herseninfarct nergens last van te hebben.”

Jan (64) woont samen met zijn vrouw op Vlieland. Daar werkte hij al 30 jaar als docent Duits/Engels op dezelfde school. In 2018 werd hij getroffen door een herseninfarct.

Tijdens een vakantie in Frankrijk stormde het, en terwijl zijn vrouw de luifel vasthield, viel Jan stil. “Normaal gesproken nam ik altijd de leiding, maar dit keer was dat niet zo. Dat was heel confronterend.” Jan dacht dat hij er goed van afgekomen was, omdat hij eerst weinig klachten had. “Ik had geen spraakproblemen, geen motorische problemen, alleen drie vingers die het even niet meer deden, maar na drie weken herstelde dat.” Helaas was terugkeren voor de klas niet meer mogelijk. “Ik deed altijd 20 dingen tegelijk. Als docent moet je altijd alles in de gaten hebben. Dat was mijn kracht, maar dat ging dus helemaal niet meer.”

Geen revalidatietraject gehad

Omdat Jan dacht nergens last van te hebben, heeft hij destijds niet gerevalideerd. Langzamerhand kwam hij erachter dat er wel degelijk dingen anders waren dan voorheen, zoals initiatief nemen en overzicht houden. “Ik werd zelfs faalangstig omdat ik mijn werk niet meer kon doen. Mijn mentale gezondheid ging toen ook richting depressief. Dat is natuurlijk helemaal niet goed.”

Bij toeval kwam Jan in gesprek met mensen over revalidatietrajecten en hoorde hoe nuttig die voor hen waren geweest. “Toen dacht ik: ‘Het gaat gewoon niet goed met mij, dus ik weet niet of ik het zelfstandig wel ga redden om hier weer uit te komen.’ Ik heb me gemeld bij de huisarts, die mij doorverwees naar iemand op Vlieland die mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) begeleidt. Diegene kwam met behandelprogramma Hersenz. Mijn huisarts vond dat gelijk een heel goed plan.”

Lotgenoten

In 2023 startte Jan met het behandelprogramma Hersenz. Hij deed mee aan een groepsbehandeling met vijf deelnemers. “Ik vond de groepsbehandeling erg waardevol omdat je spreekt met lotgenoten en zicht krijgt op je eigen gedrag. Door het helpen van een lotgenoot help je jezelf ook weer om dingen helder te krijgen.”

Het programma was intensief, maar Jan vond het de moeite waard. “Er werd zowel gehuild als gelachen.” Hij leerde dat hij de simpelste klusjes weken kon uitstellen. Eén van de eerste actiepunten die hij daar ontwikkelde was om gewoon te beginnen aan klusjes en vertrouwen te hebben in zijn oplossingsvermogen.

Grip op mijn energie

Een belangrijk onderdeel van het behandelprogramma was omgaan met zijn energieniveau. Jan merkte dat hij gevoelig is voor geluid en dat irritatie en frustratie energie vreten. Door situaties te herkennen en er op tijd uit te stappen of ze anders te benaderen, leverde hem dat veel op. Daarnaast werd hij zich bewust van zijn valkuilen.

Omdat Jan niet meer voor de klas kon staan, keek hij wat er nog wel mogelijk was. Hij ging in gesprek met een taxibedrijf op Vlieland en kreeg na een sollicitatiegesprek van slechts drie minuten een baan voor twee dagen in de week. Het rijden op de taxi vond hij prettig; hij werd blij van het contact met mensen.

Zijn vrouw, die psychosociaal werk doet als ZZP’er, volgde ook de partnermodule, wat erg waardevol was. Zij had volledig begrip voor zijn situatie en hij had het met haar niet beter kunnen treffen. Op dit moment krijgt Jan geen hulp meer en gaat het goed met hem.

“Hersenz kon mij natuurlijk niet beter maken, maar ik kan er nu wel veel beter mee omgaan.”

Meer weten over het behandelprogramma Hersenz? Kijk op www.gors.nl/hersenz of neem contact op via (0113) 273 333.

Bron © www.hersenz.nl/ervaringen